‘Hier is sprake van een stukje intolerantie die niets meer te maken heeft met christelijke deemoed die onze ARP-vrienden zo graag naar voren brengen, noch met macht om te dienen maar eenvoudig met ieder gebrek aan zelfrespekt en het niet au serieux nemen van mensen die hun vertrouwen aan ons hebben toevertrouwd.’

Dat noteerde KVP-fractieleider Frans Andriessen in 1977 in zijn formatiedagboek toen een deel van de CDA-fractie – de loyalisten – zich tegen samenwerking met de VVD bleef keren.

Andriessen nam geen blad voor de mond en was snel geïrriteerd als hij vond dat hij niet voor vol werd aangezien. Zijn zelfbewustheid schreef hij toe aan ervaringen die hij aan het eind van de oorlog had opgedaan. Om het gezin van eten te voorzien moest hij als 15-jarige met zijn oudste zus vanuit hun woonplaats Utrecht op hongertochten. Hij zag er jong uit voor zijn leeftijd. Hierdoor kon hij in de oorlog makkelijker over straat, maar later had hij er vaak last van. Andriessen dacht dat hij veel verstandiger moest zijn dan anderen om serieus genomen te worden en dat leidde vaak tot irritatie. Zijn rivaal Wim Aantjes verzuchtte later: ‘Hij wàs niet alleen het knapste jongetje van de klas, maar hij gedròeg zich ook zo.’

Andriessen was erg teleurgesteld dat niet hij, maar Dries van Agt de eerste lijsttrekker van het CDA werd. Aantjes en Roelof Kruisinga – de politieke leiders van respectievelijk ARP en CHU – zetten hem daarbij de voet dwars. Andriessen beschouwde het CDA vooral als zijn geesteskind, omdat zijn christendemocratische broeders jarenlang de boot afhielden.

Aantjes roemde achteraf Andriessens loyaliteit. Dat sloeg niet alleen op zijn medewerking aan het fusieproces, maar ook op de gedoogsteun die hij het centrumlinkse kabinet-Den Uyl (1973-1977) gaf. Van ‘gedoger’ ontwikkelde Andriessen zich echter steeds meer tot tegenspeler.

Minister van Financiën Frans Andriessen met het miljardenkoffertje op het Binnenhof, 18 september 1979. Foto: Koen Suyk, Nationaal Archief / Anefo. 

Minister van Financiën Frans Andriessen met het miljardenkoffertje op het Binnenhof, 18 september 1979. Foto: Koen Suyk, Nationaal Archief. 

Uiteindelijk leidde een door de KVP-fractie ingediend amendement op de grondpolitiek in maart 1977 tot de val van dat kabinet. De kandidatuur van Andriessen voor een ministerschap vormde daarna bij de formatie-Den Uyl een van de grootste struikelblokken. Het CDA gooide het over een andere boeg – ondanks de loyalisten – en Andriessen werd minister van Financiën in het centrumrechtse kabinet-Van Agt/Wiegel.