De val van het kabinet

Het kabinet Biesheuvel (ARP, CHU, KVP met VVD en DS’70) werd het onderling niet eens over het financieel-economische beleid, in het bijzonder over de bestrijding van de inflatie. Bovenop de spanningen die daarover bestonden kwam nog onenigheid over het opvangen van de begrotingstekorten die door de loonstijgingen ontstonden. De DS’70 ministers Drees en De Brauw wensten de bezuinigingen die voor hun departementen werden voorgesteld niet te accepteren en op 17 juli 1972 viel het kabinet.

Premier Biesheuvel stelde de ministerportefeuilles na de breuk met DS’70 niet meteen ter beschikking, wat vanwege de ongebruikelijkheid ervan voor veel verwarring zorgde. De progressieve partijen in de Kamer vonden dan ook dat de kiezer de kans moest krijgen zich uit te spreken over de oorzaak van de breuk. Op 18 juli 1972 besloten ook de vier overgebleven partijen (ARP, CHU, KVP met VVD) na onenigheid over het regeerakkoord, dat nieuwe verkiezingen inderdaad onvermijdelijk waren en diende Biesheuvel het ontslag van zijn kabinet in. Op 22 juli ontving hij van de koningin de opdracht ‘een overgangskabinet te vormen’. Het doel van de nieuwe regering was het organiseren van vervroegde verkiezingen en het opstellen van een begroting voor 1973.

Minderheidskabinet

De formatie onder leiding van premier Biesheuvel werd gekenmerkt door een grote mate van openbaarheid, maar de transparantie beperkte de ruimte voor alle betrokkenen om tot afspraken te komen.

Tijdens de kabinetsformatie van 1972 onderzocht Ysno Scholten (links) of de breuk met DS'70 nog te lijmen is. Rechs Biesheuvel, 31 juli 1972. Foto: Rob Mieremet, Nationaal Archief / Anefo.

Tijdens de kabinetsformatie van 1972 onderzocht Ysno Scholten (links) of de breuk met DS’70 nog te lijmen is. Rechs Biesheuvel, 31 juli 1972. Foto: Rob Mieremet, Nationaal Archief / Anefo.

Uit angst dat een mislukte lijmpoging hemzelf zou worden aangerekend, stelde Biesheuvel op 28 juli oud-minister van Justitie, Ysno Scholten (CHU) aan als formatie-adviseur. Deze kreeg de opdracht om onder directe verantwoordelijkheid van Biesheuvel, in het geheim de mogelijkheden te onderzoeken in de oude samenstelling, dus met DS’70, verder te gaan.

Al na een week moest Scholten constateren dat een herstel van het oude vijfpartijenkabinet onmogelijk was, omdat DS’70 niet tot de gevraagde concessies inzake de begroting bereid bleek. Premier Biesheuvel nam daarop op 4 augustus weer het formatieheft in handen en bracht op 9 augustus 1972 alsnog een minderheidskabinet van KVP, ARP, CHU en VVD tot stand, dat onder zijn leiding kwam te staan: Het kabinet Biesheuvel II.

Lees het hoofdstuk ‘Het Tweede Ministerie-Biesheuvel’ uit de publicatie Kabinetsformaties 1959-1973.

Lees meer over de kabinetsformatie van 1972 op Parlement.com.