Het kabinet-Van Agt I, dat bestond uit bewindslieden van CDA- en VVD-huize, slaagde erin de eindstreep te bereiken, maar bij de verkiezingen van 26 mei 1981 raakten de twee partijen hun gezamenlijke meerderheid kwijt. VVD-leider Hans Wiegel wenste voortzetting van de coalitie, aangevuld met D’66, maar al ruim voor de verkiezingen had D’66-lijsttrekker, Jan Terlouw, publiekelijk verklaard dat zijn partij niet samen met CDA en VVD wilde regeren.

De meest voor de hand liggende combinatie was zodoende: CDA-PvdA-D’66. Zowel binnen het CDA als de PvdA bestonden daartegen echter ook reserves, en een bijkomende moeilijkheid was dat de aanvoerders van beide partijen, Dries van Agt (CDA) en Joop den Uyl (PvdA), elkaar bijzonder slecht lagen. De politieke situatie was dus ingewikkeld, maar de slechte economische omstandigheden en de hoge werkloosheidscijfers vroegen om voortvarendheid bij de vorming van een nieuw kabinet.

Een mislukte eerste ronde

Op 30 mei benoemde Koningin Beatrix twee CDA’ers, Ruud Lubbers en Jan de Koning, als informateurs, die hun vizier direct richtten op een kabinet bestaande uit CDA, PvdA en D’66. Hun aanpak omvatte niet alleen de bespreking van inhoudelijke geschilpunten, maar ook de zetelverdeling en de vraag wie premier moest worden. Het CDA hield vast aan Van Agt, maar dat was nauwelijks aanvaardbaar voor de PvdA en ook niet vanzelfsprekend voor D’66.

Ten langen leste gingen D’66 en PvdA toch akkoord met Van Agt als premier, maar in ruil vroeg de PvdA onder meer de benoeming van een derde informateur: haar vicefractievoorzitter, Ed van Thijn. Op 10 juli werd het informateursduo dus een trio, dat tot taak had de nog resterende strijdpunten uit de weg te ruimen.

Al snel presenteerden de informateurs een totaalpakket met inhoudelijke afspraken en een portefeuilleverdeling. Den Uyl kreeg het departement van Sociale Zaken toebedeeld, waarbij zijn positie werd versterkt met speciale kerntaken op het zo belangrijke gebied van de werkgelegenheid. De fracties van PvdA en D’66 gingen vlot akkoord met het pakket, maar de CDA-fractie reageerde kritisch en gaf pas na enkele dagen haar fiat.

Werkelijk van harte ging het allemaal niet en het was duidelijk dat de losse eindjes nogal geforceerd aan elkaar waren geknoopt.

De beëdiging markeert het einde van de kabinetsformatie van 1981. Vooraan Van Agt, koningin Beatrix en Den Uyl, 11 september 1981. Beeld: Rob Bogaerts, Nationaal Archief/Anefo.

De beëdiging markeert het einde van de kabinetsformatie van 1981. Vooraan Van Agt, koningin Beatrix en Den Uyl, 11 september 1981. Beeld: Rob Bogaerts, Nationaal Archief/Anefo.

Desondanks benoemde het staatshoofd op 4 augustus de Limburgse Commissaris van de Koningin, Sjeng Kremers (CDA) en Van Thijn (PvdA) als formateurs. De bedoeling was op basis van het ontwerpakkoord van de informateurs een regering te vormen. Het CDA wenste echter opnieuw te onderhandelen over de afspraken die gemaakt waren op sociaaleconomisch gebied en toen het daarvoor geen gehoor kreeg, wees de fractie het ontwerp-regeerakkoord af. De formateurs gaven hun opdracht daarop terug aan de Koningin.

Tweede poging geslaagd?

Op 20 augustus, werd opnieuw een informateur benoemd: oud-minister van Binnenlandse Zaken, W.F. de Gaay Fortman (CDA). Van Agt had een meer geestverwante christendemocraat als informateur gewenst en was zeer verbolgen over de benoeming van De Gaay Fortman, die zich positief had uitgesproken over de combinatie CDA, PvdA, D’66. Hij trok zich terug als onderhandelaar, maar bleek nog wel voor het premierschap in aanmerking te willen komen.

Nadat er onder leiding van De Gaay Fortman inhoudelijke overeenstemming bereikt was tussen de drie partijen werd op 2 september Van Agt benoemd als formateur. De bewindslieden werden aangezocht en op 11 september 1981 werd het kabinet-Van Agt II beëdigd. De ruzies die het hele formatieproces hadden gekenmerkt, kwamen niet lang daarna echter al snel weer bovendrijven. Al na een maand, nog voor de regeringsverklaring was afgelegd, kwam het tot een crisis over de financiering van Den Uyls werkgelegenheidsplan. Het kabinet kon nog worden gelijmd, maar viel al na enkele maanden opnieuw, ditmaal definitief.

Lees het hoofdstuk ‘Een kabinet dat er nooit had mogen komen’ uit de publicatie Kabinetsformaties 1977-2012.

Lees meer over de kabinetsformatie van 1981 op Parlement.com