Een interim-kabinet

Op 12 mei 1982 was het tweede kabinet-Van Agt (CDA/PvdA/D’66) ten val gekomen. Het strandde op de intense onenigheid over het sociaaleconomische en financiële beleid. In 1981-1982 beleefde Nederland de grootste economische recessie sinds de jaren dertig. De werkloosheid explodeerde en het financieringstekort nam ongekende proporties aan. Terwijl CDA en D’66 prioriteit toekenden aan de sanering van de overheidsfinanciën, legde de PvdA de nadruk op de werkgelegenheid. Het meningsverschil in het kabinet kwam tot uitbarsting tijdens het overleg over de zogenaamde Voorjaarsnota, waarin de Kamer geïnformeerd moest worden over de financiële situatie.

Op 14 mei werd CDA-coryfee Piet Steenkamp benoemd tot informateur. Hij kreeg als taak om zo spoedig mogelijk ‘tot een oplossing van de huidige kabinetscrisis te geraken’. Al snel bleek dat een lijmpoging uitgesloten was. Daarvoor waren de tegenstellingen te groot. Ook een tussentijdse coalitiewisseling was onmogelijk. VVD-fractieleider Ed Nijpels had de vorming voorgesteld van een kabinet met zijn partij en CDA en D’66, maar dat was afgewezen door zijn collega’s Ruud Lubbers (CDA) en Laurens-Jan Brinkhorst (D’66). Voor hen was de derde optie – in afwachting van de verkiezingen als demissionair kabinet doorgaan – evenmin acceptabel.

Gegeven de diepe economische crisis, wilden CDA en D’66 voorkomen dat 1982 ‘een verloren jaar’ zou worden. Zij bepleitten een vierde variant: de totstandkoming van een minderheidskabinet dat – met de gedoogsteun van de VVD – zowel de Voorjaarsnota kon afwerken als de begroting voor 1983 zou opstellen die kort na de verkiezingen zou worden gepresenteerd. De verdediging van de miljoenennota zou het kabinet aan de volgende regering overlaten. Dat zou uiteindelijk ook de keuze van de informateur zijn.

Het zomerkabinet

Nadat hij zich ervan had verzekerd dat een nieuw kabinet inderdaad zou kunnen rekenen op gedoogsteun van de VVD, adviseerde Steenkamp op 25 mei om Dries van Agt aan te wijzen als formateur van een interim-kabinet. Aldus geschiedde. Na vijf dagen had de demissionair premier het nieuwe kabinet rond. De ministers van CDA en D’66 bleven zitten. De posten die na het vertrek van de PvdA-bewindslieden waren opengevallen, vulden de overgebleven partijen op. Van Agt zelf bleef premier en nam ook Buitenlandse Zaken op zich.

Kabinet Van Agt III wordt door koningin Beatrix beëdigd op 29 mei 1982. Foto: Rob Bogaerts Nationaal Archief / CCO. De kabinetsformatie van 1982.

Kabinet Van Agt III wordt door koningin Beatrix beëdigd op 29 mei 1982. Foto: Rob Bogaerts Nationaal Archief / CCO.

Het op 29 mei beëdigde kabinet had als voornaamste taken het uitschrijven van verkiezingen en het voorbereiden van de begroting voor 1983. Vanaf de Kamerverkiezingen van 8 september was het demissionair. Op 4 november trad het kabinet-Lubbers I (CDA/VVD) aan als opvolger.

Van Agt III werd vanwege zijn korte bestaan spottend ‘het zomerkabinet’ genoemd. Is dat fletse beeld van dit kabinet terecht? Deel Tien van de Parlementaire Geschiedenis van Nederland werpt nieuw licht op Van Agt III en toont aan dat het kabinet een fundamentele omslag teweegbracht. Het bezuinigingspakket dat het opstelde zou het uitgangspunt vormen voor het financieel-economisch beleid van het kabinet-Lubbers I.

Lees het hoofdstuk ‘De berg die een muis baarde’ uit de publicatie Kabinetsformaties 1977-2012.

Lees meer over de kabinetsformatie van 1982 op Parlement.com